College (publicatie)

De Kredietbank Nederland en Zuidweg & Partners voeren voor Leeuwarden de curatieve schuldhulpverlening uit. De overeenkomsten met beide contractpartners lopen op 31 december 2019 af. Daarom is het noodzakelijk om te starten met de inkoop van de curatieve schuldhulpverlening voor 2020 en de daaropvolgende jaren. Momenteel vindt er een structuurwijziging en planvorming WMO plaats binnen het sociaal domein. Dit kan van invloed zijn op de organisatie van de dienstverlening rondom de curatieve schuldhulpverlening. Om aan te kunnen sluiten bij deze ontwikkelingen is besloten om een overbruggingsopdracht van 1 jaar uit te schrijven. De verwachting is dat later dit jaar er meer duidelijkheid is ten aanzien van de structuurwijziging en de planvorming WMO. Zodra die duidelijkheid er is, wordt er gestart met de voorbereiding van een Europese aanbesteding curatieve schuldhulpverlening voor 2021 tot en met 2024.

De gemeente heeft bijna zesduizend inwoners in de bijstand. De financiële middelen die de gemeente inzet om deze mensen weer aan een baan te helpen wordt grotendeels ingezet voor consulenten. Voor de ruim 700 jongeren in de bijstand is een speciaal Jongerenteam. Leeuwarden wil voorkomen dat jongeren langdurig in de een uitkeringssituatie blijven. Alle inzet is gericht om te bevorderen dat deze jongeren duurzaam uitstromen uit de uitkering. Veel jongeren met een langdurige bijstandsuitkering hebben geen startkwalificatie en bij deze groep is vaak sprake van meervoudige problematiek. De gemeente gaat samen met Stenden Hogeschool onderzoek doen naar effectieve handelingswijzen voor Jongerenconsulenten om deze doelgroep in beweging te krijgen. De gemeente heeft hiervoor bij het wetenschappelijk Rijksinstituut ZonMw een subsidie toegekend gekregen van € 200.000,00.

Alle Nederlandse gemeenten zijn zogenaamde bronhouders van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Dit houdt in dat zij wettelijk verantwoordelijk zijn voor het opnemen van de gegevens in de betreffende registratie en voor de kwaliteit ervan. Met ingang van 2018 is door het verantwoordelijke ministerie een systematische zelfcontrole geïntroduceerd, om toezicht te houden op de kwaliteit en risicobeheersing van de BAG bij de verschillende bronhouders. De gemeente Leeuwarden voldeed in 2018 aan de gestelde scoringsnorm. Wel zijn er verbeterpunten gesignaleerd die moeten worden doorgevoerd om ook in de toekomst aan de normen te blijven voldoen en om grip te houden op de kwaliteit van de gegevens en de processen. Een voorbeeld van zo’n verbeterpunt is de invoering van een jaarlijkse voorlichtingssessie binnen de ambtelijke organisatie, waarin de kennis m.b.t. de regelgeving van de BAG wordt opgefrist bij de betrokken medewerkers. De resultaten zijn vastgelegd in de verantwoordingsrapportage BAG 2018.

De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een grootschalige digitale kaart van heel Nederland. Daarin worden alle objecten als gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en groen op een eenduidige manier vastgelegd. De Nederlandse gemeenten zijn als zogenaamde bronhouders wettelijk verantwoordelijk voor het opnemen van de topografische gegevens in de BGT en voor de kwaliteit ervan. Met ingang van 2018 is door het verantwoordelijke ministerie een systematische zelfcontrole geïntroduceerd, om toezicht te houden op de kwaliteit en risicobeheersing van de BGT bij de verschillende bronhouders. De gemeente Leeuwarden voldeed in 2018 aan de gestelde scoringsnorm. Wel zijn er verbeterpunten gesignaleerd die moeten worden doorgevoerd om ook in de toekomst aan de normen te blijven voldoen en om grip te houden op de kwaliteit van de gegevens en de processen. Een voorbeeld van zo’n verbeterpunt is het toekennen van de juiste mandaten aan de betreffende functionarissen in het BGT proces. De resultaten zijn vastgelegd in de verantwoordingsrapportage BGT 2018.

Het college heeft vastgesteld, in overeenstemming met het advies van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, dat er geen verrekening van neveninkomsten over het jaar 2018 behoeft plaats te vinden door de leden van het college. Het college heeft hiermee voldaan aan de verplichtingen die in artikel 44 en 66 van de gemeentewet worden gesteld.

Het stadskunstenaarschap zal worden herzien op basis van de evaluatie. Gebleken is dat het concept 'stadskunstenaar' verbetering nodig heeft op het gebied van zichtbaarheid in de media en ‘tastbare’ eindproducten. Gemeente Leeuwarden richt zich met haar cultuurbeleid op aansluiting bij de Legacy van LF2018. Dit geldt ook voor de invulling van het stadskunstenaarschap. Dit jaar wordt gebruikt gemaakt om de Legacy van LF2018 zo goed mogelijk neer te zetten. Dat doet de Legacy organisatie, samen met haar partners. Voor de programmering van activiteiten betekent dit dat de Legacy echt vorm gaat krijgen vanaf 2020. Gemeente Leeuwarden sluit hier met de aanstelling van de nieuwe stadskunstenaar bij aan en benoemt de nieuwe stadskunstenaar daarom per 2020. Dit betekent concreet dat er in 2019 geen activiteiten door een stadskunstenaar worden ontplooid.

Met de Voorjaarsbrief-plus informeert het college de raad over het voorlopige budgettaire beeld voor de meerjarenbegroting 2020-2023 van de gemeente Leeuwarden. Het structurele financiële beeld is op dit moment positief. De actualisatie van de financiële positie resulteert erin dat er in de jaarschijf 2023 sprake is van een overschot van € 230.000. Door diverse actuele ontwikkelingen is de laagste stand van de Algemene Reserve op dit moment in 2021 € 19,6 miljoen. Op grond hiervan acht het college het mogelijk om in 2020 voor in totaal € 4,8 miljoen staand beleid voor te zetten, inclusief uitvoering van de door de raad aangenomen motie over preventie groep gerelateerde drugshandel.
Nog niet alle ontwikkelingen zijn voldoende scherp in beeld. De Voorjaarsbrief-plus is dan ook een momentopname. Het budgettaire beeld gaat nog veranderen in de aanloop naar de vaststelling van de Programmabegroting 2020 -2023 in november 2019.

Het stedenbouwkundig plan voor Unia is in februari 2019 door het college van B&W vastgesteld en voorgelegd aan de Raad ter behandeling. De bespreking heeft een aantal kritiekpunten van enkele belanghebbenden opgeleverd waar vervolgens mee gesproken is om pijnpunten en oplossingsrichtingen helder te krijgen. Met de uitkomsten van die gesprekken is door het College een aangepast stedenbouwkundig plan vastgesteld waarin een deel van de kritiekpunten wordt geslecht. Binnenkort (23 mei) wordt het aangepaste plan aan de wijk gepresenteerd. Daarna wordt het door de Raad in behandeling genomen. De voorgestelde aanpassingen betreffen de omlegging van de doorgaande vaarroute, de vergroting van de afstand tussen de arken en de toekomstige woningen, bij de nadere uitwerking van de Boomgaard rekening houden met de zichtlijnen vanuit de bestaande woningen, de bebouwing van de Trijehoeke te laten vervallen, het geluidsscherm te handhaven, zorgen dat hinder van koplampen zoveel mogelijk wordt voorkomen, Unia-west als zelfstandig buurtschap te ontwikkelen en niet afhankelijk te maken van Unia-oost en het nieuwe buurtschap Unia realiseren in een robuuste groene omgeving.

Het college van burgemeester en wethouders heeft antwoord gegeven op schriftelijke vragen van de fractie PAL GroenLinks over de boerderij Buma State. De langdurige leegstand van de boerderij is van negatieve invloed op de technische staat van het gebouw. Tegelijkertijd is een lange aanloop nodig geweest om in samenspraak (gemeente, eigenaar en architect) te komen tot een goed plan, uit het oogpunt van nieuw gebruik alsook vanuit verantwoord omgaan met de monumentale waarden.

Aangezien verder ‘oponthoud’ van de werkzaamheden onwenselijk is vanuit het oogpunt van de openbare veiligheid, maar ook vanuit het behoud van het monument, is gezocht naar een pragmatisch oplossing, waarbij alle belangen, te weten de openbare veiligheid, het natuurbelang en het behoud van het monument, geborgd zijn. Alle betrokken partijen hebben in nauw overleg samengewerkt om dit te bereiken. De gemeente heeft in week 17 de verklaring van geen bedenkingen van de provincie ontvangen en legt de ontwerpvergunning in week 20 ter visie.

Beschermd Wonen is sinds 2015 een taak van de Friese gemeenten. De centrumgemeente Leeuwarden ontvangt hiervoor ieder jaar een budget voor heel Fryslân.
De ontvangen Rijksmiddelen zijn niet toereikend en er is sprake van forse tekorten. In 2018 is de overschrijding een kleine 5 miljoen euro. De verwachting dat er in 2018 minder cliënten in een instelling Beschermd Wonen zouden verblijven en meer mensen ondersteuning thuis zouden ontvangen is niet uitgekomen. Het aantal mensen dat in een instelling woont is juist toegenomen. De Friese gemeenten hebben hebben besloten om een regionaal expertise team Beschermd Wonen in te stellen die de regie krijgt over de toegang tot beschermd wonen. De uitvoering wordt ongebracht bij de Leeuwarden. De kosten van de aanpak worden ingeschat op circa € 600.000,-. Het college heeft besloten over het beschikbaar stellen van dit bedrag en de dekking daarvan.

Het college heeft besloten de gemeenteraad te informeren over de ontwikkelingen rond beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Vanaf 2021 worden de middelen voor Beschermd Wonen en de Maatschappelijke Opvang gedecentraliseerd en verdeeld over alle gemeenten. In 2021 wordt ook de Wet Langdurige Zorg opengesteld voor mensen met een psychiatrische beperking. Het rijk draagt de gemeenten op om in 2019 te komen tot een gedragen en vastgesteld regioplan. In dit plan moet uitgewerkt zijn hoe de samenwerking vorm krijgt op het gebied van Beschermd Wonen, Opvang en OGGZ vanaf 2021.

In 2010 is de ‘reserve Budgetoverheveling’ door de raad ingesteld. Daarin kunnen restanten van budgetten met een specifiek doel (geoormerkt), beschikbaar blijven voor besteding in het nieuwe jaar. Deze budgetten vallen dus niet vrij ten gunste van de Algemene reserve. Ieder jaar doet het college in de jaarstukken aan de raad een voorstel tot ‘overheveling’ van dergelijke budgetten. Om het proces van overheveling te verbeteren en beter inzichtelijk te maken past het college de huidige werkwijze aan.
Er komt een nieuwe reserve, die ‘reserve Voorwaardelijke budgetoverheveling’ gaat heten. Budgetten in deze reserve houden een voorlopige overhevelingsstatus tot ze worden geclaimd middels een formeel besluit. Anders vallen ze aan het eind van het nieuwe jaar alsnog automatisch vrij te gunste van de Algemene Reserve van de gemeente.
Verder bepaalt het college voortaan voorafgaand aan de besluitvorming over de jaarstukken welke geoormerkte budgetten mee gaan naar het volgende jaar. Daarom laat het college nu in de jaarstukken 2018 verwerken dat € 5,3 mln gestort wordt in de reserve Budgetoverheveling en € 2,6 mln in de nieuwe reserve Voorwaardelijke budgetoverheveling.
De gemeenteraad zal bij vaststelling van de jaarstukken (juli 2019) worden gevraagd de nieuwe reserve Voorwaardelijke budgetoverheveling formeel in te stellen. De raad heeft ook bij de behandeling van de jaarstukken vanuit het budgetrecht het finale oordeel over de stortingen in beide reserves.