Informatieve bijeenkomst - oranjezaal

Sinds 2006 heeft de gemeente een beleid voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). In dat beleid is het toepassingsbereik beperkt tot horeca, sekswerk en kansspelen. In de loop der jaren is het toepassingsbereik van de Wet een aantal malen vergroot, zodat op dit moment de Wet van toepassing is op vergunningen en ontheffingen, subsidies, vastgoedtransacties en overheidsopdrachten. De beleidslijn was derhalve toe aan actualisatie.

Het Regionale Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) heeft in het kader van de afspraken die in Friesland zijn gemaakt over het tegengaan van ondermijning (Friese Norm) een model-beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob uitgebracht. Dit model is voor bijgaand beleid gebruikt. Eenduidigheid zorgt voor de diverse partners in het tegengaan van ondermijning voor duidelijkheid en voorkomt zo ook een waterbed-effect.

De toepassing van de Wet Bibob is een belangrijk instrument in het kader van de gemeentelijke aanpak van ondermijning.

De Beleidsregel Bibob Leeuwarden, alsmede de toelichting, treft u bij de stukken aan.

Voorheen behoorde de toepassing van de Wet Bibob alleen tot de bevoegdheid van college en burgemeester. Met de komst van de Omgevingswet heeft ook de raad voor één specifieke bevoegdheid de mogelijkheid om de Wet Bibob toe te passen, namelijk ingeval van de bevoegdheid die opgenomen is in artikel 4.19b. van de Omgevingswet. Dit betekent dat ook de gemeenteraad de beleidsregel moet vaststellen.

De beleidsregel is afgestemd met de diverse vakafdelingen binnen de gemeente. Daarbij is er naar gekeken dat er voldoende getoetst kan worden zonder dat de belasting van de burger of de organisatie te groot wordt.

1. De gemeenteraad voor te stellen de Beleidsregel Bibob Leeuwarden, voor wat betreft haar eigen bevoegdheid, vast te stellen.

Het college stelt de gemeenteraad voor om de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) te wijzigen. De belangrijkste wijzigingen in dit voorstel zijn het invoeren van een vergunningstelsel voor betaald voetbalwedstrijden (voorheen melding), de invoering van artikel 2:80 wat ziet op het tegengaan van ondermijning en het laten vervallen van artikel 4:6a.

Door het hanteren van een vergunningenstelsel kan beter en transparanter recht worden gedaan aan de beheersing van de openbare orde en de veiligheid in- en rondom het stadion van SC Cambuur. Dit is een van de aanbevelingen, die door een landelijke werkgroep van burgemeesters wordt gedaan op grond van een handelingskader dat zij hebben gemaakt voor betaald voetbalwedstrijden. Het is de bedoeling om na de winterstop met dit systeem te gaan werken.

Artikel 2:80 geeft de burgemeester de bevoegdheid om bedrijfsmatige activiteiten aan te wijzen waarvoor een verbod geldt om deze zonder vergunning uit te oefenen. Hij kan deze bevoegdheid inzetten als dat nodig is om verstoring van de openbare orde of nadelige beïnvloeding van de leefbaarheid tegen te gaan, als die wordt veroorzaakt door een onveilig en malafide ondernemersklimaat vanuit een gebouw, een branche of in een gebied. Conform de Friese norm, zijnde de afspraken die de overheden in Friesland hebben gemaakt in het kader van tegengaan van ondermijning, wordt de gemeenteraad voorgesteld dit in de APV op te nemen.

Artikel 4:6a wordt niet langer als noodzakelijk beschouwd, omdat gemeentelijk optreden bij geluidsoverlast door dieren beperkt mogelijk is. Daarom wordt voorgesteld om dit specifieke artikel te laten vervallen.

1. De raad voor te stellen de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden te wijzigen conform bijgevoegd aanhangsel.